‘Ik heb veel fouten gemaakt in mijn eerste Nederlandse jaren. Mensen uitschelden, schwalbes maken, veel voor eigen succes gaan…’
‘Vooral mijn vrouw Sofía is vaak boos op me geweest. We hebben veel wedstrijden thuis op dvd teruggekeken, dan wees zij me op wat anders moest.’
‘Met Marco van Basten had ik een wat moeizame relatie, er viel met hem niet te discussiëren.’
‘Ik ben nergens bang voor. Ook de dood kan mij geen schrik aan jagen. We zullen allemaal op een dag overlijden, daar ga ik me nu toch niet druk over maken?’
NUsport, december 2009
‘Faalangst heb ik nooit gehad’
Het kon niet op voor Luis Suarez. Hij scoorde aan de lopende band, plaatste zich met Uruguay voor het WK en werd aanvoerder van Ajax. Eén tegenvaller: zijn erelijst dreigt voorlopig leeg te blijven.
Heb je het record van Coen Dillen al uit je hoofd gezet?
‘Daar ben ik überhaupt nooit mee bezig geweest. Ik weet dat hij ooit 43 doelpunten in één seizoen heeft gemaakt en dat ik aardig voorlag op zijn schema. Toen ik nog bij FC Groningen speelde, waren dat soort statistieken belangrijker. Ik had toen zelfs een turflijst op de kast in mijn slaapkamer hangen. Daardoor bleef ik gefocust op de vijftien goals die ik koste wat kost wilde maken. Ik schoot er uiteindelijk tien in. Ik heb ervan geleerd, mocht dat record van Dillen vijf competitieronden voor het einde nog haalbaar zijn, dan ga ik er natuurlijk voor. Het blijft een droom om zoveel goals in één seizoen te maken. Tot die tijd denk ik er niet aan.’
Je bent de laatste weken minder op schot, hoe verklaar je dat?
‘Het is pech en een beetje vermoeidheid, denk ik. Ik heb een druk jaar achter de rug, dat merk ik nu, de winterstop komt niet ongelegen. Dat het wat minder gaat, komt echter niet doordat ik nu vanaf de zijkant speel, zoals wel eens wordt gesuggereerd. Ik heb daar namelijk geen enkel probleem mee, ik speel waar de trainer me opstelt.’
Hoe afhankelijk is Ajax van jou?
‘Ik ben een heel belangrijke speler voor dit team, dat is duidelijk. Maar ik hou er niet van als mensen zeggen dat Ajax alleen om Suarez draait. Misschien was dat vorig seizoen meer het geval, toen vormden we namelijk vaak geen eenheid, we waren elf individualisten die toevallig in hetzelfde shirt op het veld stonden. Ik moest het voorin maar laten zien. Dit jaar spelen we wel als een team. Ik vorm daarin een goede afleider, twee spelers dekken mij en Urby (Emanuelson) kan zo doorlopen, dat is alleen maar mooi.’
Toch heeft Ajax het vaak moeilijk als jij je dag niet hebt.
‘Soms wel inderdaad, maar er zijn zat wedstrijden geweest waarin ik niet beslissend was en die we toch makkelijk wonnen. Dat zijn ook de duels waar ik het meest van genoten heb. Feyenoord-thuis is daar een mooi voorbeeld van. Ik scoorde de onbelangrijke 5-1, maar we speelden als team ontzettend sterk. Dat heb ik liever dan de uitwedstrijd tegen VVV. Ik schoot er in Venlo vier in, maar ons spel was matig. Er moet een team staan, Barcelona is in dat opzicht mijn grote voorbeeld. Kijk hoe zij spelen, elke speler is belangrijk. Ze hebben Lionel Messi, de beste speler ter wereld, maar hij is niet de man om wie alles draait. Als hij er niet bij is, spelen ze nog steeds geweldig.’
Je praat al als een echte aanvoerder.
‘Maar ik meen het wel. Het is geen mooipraterij, ik ben anders over dingen gaan denken. Toen ik naar Nederland kwam, was ik nog een jonkie dat moest rijpen, maar inmiddels ben ik een andere Suarez geworden. Ik heb veel fouten gemaakt in mijn eerste Nederlandse jaren. Mensen uitschelden, schwalbes maken, veel voor eigen succes gaan… Nu is het team belangrijker en gedraag ik me. Ik geef mijn tegenstander voor elke wedstrijd een handje en wens hem succes. Dat deed ik nooit. Ik wil dat medespelers, tegenstanders en scheidsrechters respect voor me hebben. Dat was in de voorgaande jaren, mede door mijn eigen gedrag, niet het geval en dat irriteerde. Dit seizoen heb ik echt een stap in de goede richting gezet, ik ben ‘kouder’ in mijn hoofd, voel me minder nerveus in het veld. Ik merk dat er direct anders op me wordt gereageerd. Alleen de supporters van de tegenstander schelden me nog uit, maar dat zal wel nooit veranderen. Ik moet zeggen dat ik af en toe nog wel moeite heb om me in te houden op het veld, de passie van een Zuid-Amerikaan zit er nog steeds in. Dan ren ik keihard op de scheidsrechter af om een tirade af te steken. Gelukkig weet ik vaak net op tijd mijn mond te houden. Als je niet volwassen wordt, kom je nergens. Mijn zelfbewustzijn heeft me verder geholpen.’
BOOS
Denk je vaak over jezelf na?
‘Geregeld, maar ik luister vooral goed naar mensen die het beste met me voor hebben. Mijn zaakwaarnemer, mijn broers en mijn vrouw. Als zij met goede argumenten aangeven waarom ik iets moet veranderen, dan handel ik daarnaar. Vooral mijn vrouw Sofía is vaak boos op me geweest. We hebben veel wedstrijden thuis op dvd teruggekeken, dan wees zij me op wat anders moest. “Luis, die half afgezakte sokken, dat kan toch niet en hou op met schelden!” Ze had gelijk, ik ben ook van mezelf geschrokken.’
Toch zien we je af en toe nog mokken op je medespelers.
‘Ik ben niet perfect natuurlijk en kan nog altijd niet tegen mijn verlies. Vooral in de eerste helft tegen AZ en tijdens het duel met Roda JC kon ik me niet inhouden. We speelden zo slap, dan word ik boos op mijn teamgenoten. Ook tegen FC Twente liep ik wat geïrriteerd rond, we hebben ons toen te druk gemaakt omdat ze eerste stonden. Als we daar hadden gespeeld zoals we het hele seizoen al doen, hadden we gewonnen. We hebben een sterkere ploeg dan Twente.’
Maar inmiddels is de achterstand wel flink opgelopen.
‘Daar baal ik ook ontzettend van, we hebben te vaak onnodig punten laten liggen. Het komt door een gebrek aan ervaring binnen de ploeg. Je wordt geen kampioen met alleen jonge jongens, je hebt ook mannen nodig. Ik heb in de zomer al aangegeven dat er meer oudere spelers bij moesten komen. Dat kon toen helaas niet. Toch vind ik dat we stukken beter spelen dan vorig jaar. Dat is de verdienste van Martin Jol, onder hem zijn de spelers tevreden. De groep heeft weer een stem, dat is fijn. Als er op het programma staat dat we om negen uur moeten ontbijten, dan loop ik naar de trainer om te vragen of we niet om half tien kunnen ontbijten, een beetje uitslapen is natuurlijk wel lekker. Dat is dan geen enkel probleem, hoewel hij natuurlijk ook zijn grenzen heeft. Met Marco van Basten had ik een wat moeizame relatie, ook al heb ik veel van hem geleerd. Er viel alleen niet met hem te discussiëren. De stoelen hier in de perskamer zijn zwart, dat ziet iedereen. Als Van Basten echter zei dat ze rood waren, dan waren ze rood en dan viel daar verder niet over te praten. Dat maakte het ingewikkeld, want ik hou van discussies.’
VERTROUWEN
Hoe belangrijk is het voor jouw ontwikkeling dat Jol jou aanvoerder heeft gemaakt?
‘Het is vooral een grote eer. Ik ben afgelopen zomer op vakantie geweest op het Polynesische eiland Bora Bora. Er was daar geen internet en zelfs mijn telefoon had geen ontvangst. Ik heb nog nooit zo’n rustige vakantie gehad, ik heb er goed kunnen nadenken en ontspannen. Bij terugkomst voelde ik het: dit wordt mijn seizoen. Die aanvoerdersband was de definitieve bevestiging, ik moest het laten zien. Dat wil echter niet zeggen dat ik dit seizoen helemaal niks had gepresteerd als een andere speler aanvoerder was geworden. Die stap die ik nu heb gemaakt, zat er gewoon aan te komen.’
Wat moet de perfecte aanvoerder volgens jou hebben?
‘Het moet iemand zijn die de hele groep bij elkaar houdt. Ik heb niks met aanvoerders die boven een selectie staan en bevelen uitdelen. Mijn grote voorbeeld is Diego Lugano, speler van Fenerbahçe en aanvoerder van Uruguay. Hij denkt meer aan de groep dan aan zichzelf. Ik spiegel me graag aan hem, we bellen geregeld, dat doe ik ook met Diego Forlán.’
Even advies vragen.
‘Als ik met iets zit wel, maar dat is zelden het geval. Op dit moment sta ik helemaal achter hetgeen ik doe, ik weet hoe ik als aanvoerder moet handelen. In de kleedkamer ben ik een van de jongens, ik voel me niks meer dan anderen. Je mag het aan iedereen uit de selectie vragen, niemand zal zeggen dat ik me verheven voel boven de rest. Op het veld probeer ik echter het voortouw te nemen. Zo hoort het.’
Is het lastig om dat telkens weer te doen?
‘Hou op! Ik heb vertrouwen, weet wat ik kan. Faalangst heb ik nooit gehad, ik ben überhaupt nergens bang voor. Ook de dood kan mij geen schrik aan jagen. We zullen allemaal op een dag overlijden, maar daar ga ik me nu toch niet druk over maken? Ik ben alleen met vandaag bezig. Ha, ik ben een Zuid-Amerikaan, geen Nederlander. Het enige waar ik me als aanvoerder soms druk over maak, is dat we gaan denken dat we beter zijn dan we in werkelijkheid zijn. Daar moet je voor waken. Toch is er dit seizoen al een paar keer gemakzucht ingeslopen bij ons. Dan gaat het dus fout en verlies je dure punten waardoor je nu weer een achterstand moet goedmaken.’
HUWELIJKSFEEST
Wat kan de voetballer Suarez nog leren?
‘Zoveel dingen! Mijn linkerbeen moet ik ontwikkelen en met de kop scoor ik nog te weinig. Daarnaast moet ik veel rustiger worden in de één-tegen-één-situaties met de keeper. Toch ben ik heel tevreden met de progressie die ik de afgelopen jaren heb geboekt. Ik vind echt dat ik enorm veel geluk heb gehad. Ik was helemaal geen goede speler toen ik naar Nederland kwam. Ik heb me hier heel erg verbeterd en nu heeft iedereen het over Suarez. Ik ben er inmiddels achter dat ik toch wel iets heb dat andere spelers niet hebben.’
Waar ligt jouw grens?
‘Die is er niet. Ik kan de absolute top bereiken, daar ben ik van overtuigd. Chelsea? Die geruchten kloppen niet. Ik ben momenteel ook niet met een transfer bezig, ik wil eerst kampioen worden met Ajax. Het zou me heel veel pijn doen als ik Nederland verlaat zonder de titel.’
Hoe zit je straks aan tafel met kerst? Tevreden over je goede jaar of chagrijnig omdat de titel weer ver weg is?
‘Absoluut het eerste, al is het maar omdat ik eindelijk weer een keer kerst met mijn familie in Uruguay kan vieren. En 27 december gaan mijn vrouw en ik een groot huwelijksfeest geven. We zijn in maart getrouwd maar van een feest is het door het drukke schema nog niet gekomen. Maak je om mij maar niet druk.’
Foto: René Bouwman.